Weekje Ardennen, eerste dag
Eddie was mijn beste vriend. Hij wist dat zijn vader was een beroemde chirurg was, maar hij wist verder niets over hem. Eddie kreeg nooit cadeautjes of kaarten van hem voor zijn verjaardag. Zijn moeder kreeg wel een hoop geld van zijn vader, elke maand. Zijn vader was dan ook al veel ouder dan zijn moeder, en ze waren nooit getrouwd geweest.
Mevrouw Stevens was secretaresse in een huisartsencentrum. Dat betaalde niet erg veel, maar toch had ze altijd een hele hoop geld. Ze was pas in de dertig. Ze had lang golvend lang blond haar en ze glimlachte altijd. Iedereen wilde graag met haar praten. Ze was heel vriendelijk en ze giechelde oo heel veel. Ze begon altijd te lachen als ze iets vergeten was of als ze iets niet helemaal begreep. Geen enkele man was ooit boos op haar, of kort aangebonden. Ik vond het ook heel fijn om met haar praten, en niet alleen omdat ze zo mooi was. Als zij met mij praatte, dan deed ze niet neerbuigend maar ze nam me altijd serieus, net alsof ik al volwassen was. Ze was net iets groter dan ik, maar wel veel gevulder. Ze had hele vrouwelijke vormen en rondingen.
Als wij bij elkaar waren, praatten Eddie en ik over van alles. We hadden geen geheimen voor elkaar. Hij vertelde mij dat zijn moeders nachthemden zo dun waren dat je er kon bijna doorheen kon kijken, Hij had haar nog nooit bloot gezien, maar hij wilde het wel. Mijn moeder droeg nooit sexy kleren.
Eddie miste zijn papa. Soms wilde hij dat zijn moeder zou een vriend zou hebben, maar meestal wilde hij haar het liefst voor zichzelf houden. Ze ging bijna nooit uit, en ze was altijd op tijd thuis om hem naar bed te doen en lekker in te stoppen. Eddie kon er nooit achter komen of ze wel eens iets met een man had of dat een man ooit iets serieus met haar wilde beginnen.
Ons gezin was niet rijk, zodat wij nooit luxe vakanties hadden. Maar elke zomer gingen we kamperen in de bossen van België. Dat was niks bijzonders voor mij, maar Eddie zoiets nog nooit gedaan. De veertiende verjaardag van Eddie zat eraan te komen. In plaats van een dure spelcomputer, wilde hij een kampeervakantie in de Ardennen hebben voor zijn verjaardag.
Toen hij mij vroeg of ik met hun mee wilde gaan, hoefde ik het mijn ouders eigenlijk niet eens te vragen. Ik wist al meteen dat ze het goed zouden vinden. De laatste plek waar ik in de problemen zou kunnen raken, was in een bos. Ze knipperen niet eens met hun ogen, toen ik ze vertelde dat ik een weekje mee mocht met Eddie en zijn moeder. Het kostte mij maar een uurtje om mijn kampeerspullen in mijn oude rugzak in te pakken. Ik leende ook spullen van mijn vader.
Toen Eddie en zijn moeder me kwamen ophalen was het vrijdagmiddag, en we waren allemaal erg vrolijk. Ik zou een hele week op vakantie gaan met mijn beste vriend, en voor het eerst was ik weg van mijn eigen familie.
De reis duurde drie uur. Mevrouw Stevens had een natuurcamping in de Ardennen uitgekozen, waar alle tenten ver uit elkaar stonden en elk plekje had een betonnen tafel met een soort gietijzeren vuurplaats om te barbecueën.
Ik kende deze camping wel. Wij hadden daar dicht in de buurt gekampeerd met mijn ouders. Wij kampeerden altijd op plekjes waar je niets hoefde te betalen. Ik was een beetje verbaasd, want er was een hek en een kantoortje bij de ingang. Eddie's moeder had een reservering gemaakt en ze had zelfs alles al betaald voor de hele week. Er waren toiletten, dat was heel handig, en kranen voor drinkwater in het midden van de camping. Op tien minuten lopen lag een bergmeer, maar dat was wel een flinke klim over een steile heuvel.
We kozen een mooi plekje aan de achterkant van de camping, reden de auto erheen en laadden onze bagage uit. Ik pakte mijn rugzak uit, en Eddie en mevrouw Stevens hadden heel veel spullen. Ze hadden zelfs reiskoffers met wieltjes meegebracht. Dit kon weleens een rare vakantie worden!
Mijn trekkerstentje stond binnen 1 minuut, maar we hadden veel moeite om mevrouw Stevens gloednieuwe tent op te zetten. Er was gelukkig een gebruiksaanwijzing bij, maar het duurde heel lang. Het waren twee aparte slaaptenten voor Eddie en zijn moeder, en een woongedeelte met een luifel er tussenin. Ook hadden ze twee tweepersoons luchtbedden, één voor elke slaappunt, en bijpassende dubbele slaapzakken. Verder nog vier klapstoeltjes, een picknick tafel, aluminium pannen, Mepal bordjes en kampeerbestek. Alles gloednieuw, ze hadden bijna de hele kampeerwinkel leeg gekocht!
Uiteraard was op de gehele camping geen takje dood hout meer te vinden om een vuurtje te maken. We waren laat aangekomen, dus het zou snel donker worden. Eddie wilde de omgeving zien en ik wilde wel even naar het meer, maar we moesten eerst iets eten. Ik haalde mijn noodrantsoenen uit mijn rugzak, studentenhaver, M & M's, en mueslirepen. Mevrouw Stevens had nog paprika chips en crackers met kaas en borrelworstjes. We legden alles op de picknick tafel en natuurlijk deelden we alles met elkaar.
Mevrouw Stevens wilde bij de tenten blijven om een oogje te houden op al die dure spullen, dus gingen Eddie en ik de omgeving verkennen. Er was een beekje, tamelijk breed en diep maar kleiner dan een rivier. Net te groot om overheen te springen en te diep om er doorheen te waden. Het water was ijskoud, omdat het uit de bergen kwam. Ik keek goed of ik ergens droog brandhout zag, zodat ik het later kon ophalen.
Het was een heel mooi natuurgebied, daar in de Ardennen. Het was eigendom van een bedrijf, vanwege de waterbronnen, maar iedereen mocht erin komen. Rotsen en een stuwdam aan de ene kant, en dennenbomen tot aan het water aan de andere kant. Misschien hadden Eddie en ik een beetje te veel plezier, want we beseften helemaal niet hoe laat het al was, totdat de zon vuurrood onderging.
Dat was al mijn eerste fout, we waren veel te ver van de camping weggelopen. Het zou donker worden voordat we weer terug konden komen en mevrouw Stevens zou zich grote zorgen maken. We haastten ons, zo snel als we konden, en we liepen het grootste deel van de terugweg op een drafje. Maar we zaten aan de verkeerde kant van de beek. Ik dacht dat ik me een brug herinnerde, maar dat was misschien aan de benedenkant, voorbij de camping. Ik zag een boom die over de beek was gevallen en net boven het water hing. Hoe langer we nog wegbleven, hoe meer bezorgder mevrouw Stevens zou zijn.
Toen maakte ik mijn tweede fout. Ik probeerde over die boomstam naar de andere kant te lopen. Maar ik gleed uit en viel naar beneden in het ijskoude water. Ik kon niets zien en het was zo koud dat ik niet meer kon denken. Ik kwam weer boven, naar lucht happend, en niet in staat te schreeuwen. Een rotsblok schampte langs mijn heen. Ik greep de volgende rots vast en trok mezelf eruit. Ik lag naar lucht te happen. Ik rolde op mijn zijkant en moest kotsen. Eddie stond naar mij te roepen en toen besefte ik dat ik aan de andere kant van de beek zat.
Ik was ernstig in de problemen. Ik riep naar Eddie: "We moeten zo snel mogelijk terug naar de camping. Nog even volhouden!" Ik stond op en viel bijna weer in de beek. We liepen langs de beek totdat we de brug vonden. Eddie stak over en we liepen samen naar de camping. Al die tijd liep ik flink te rillen en te klappertanden.
Toen we bij onze tenten kwamen, begon mevrouw Stevens ons boos te vertellen hoe onverantwoordelijk we geweest waren. Maar toen realiseerde zij zich dat ik helemaal doorweekt was en heftig stond te klappertanden. Ze werkte voor een artsenpraktijk en ze begreep gelukkig dat ze iets moest doen. Ze nam mijn polsslag op en het klopte als een idioot.
"Oh mijn God, Tommie, we moeten iets vinden om je op te warmen. Laten naar het kantoortje gaan."
"Nee, dat is al gesloten. Trouwens, er is niets aan de hand, ik word vanzelf weer warm."
Ze deed al mijn natte kleren uit en ik had niet de kracht om haar tegen te houden.
"We moeten je zo snel mogelijk opwarmen. Misschien kan Eddie een kampvuur maken?"
"Dat duurt veel te lang!" zei ik een beetje te luid. "Het komt wel goed. Laat mij maar naar bed gaan." Ik was niet van plan om bij iemand anders te gaan bedelen om vuur te maken, vanwege mijn eigen domheid.
Inmiddels had zij de meeste van mijn doorweekte kleren uitgetrokken. Mijn spieren waren te slap om haar te helpen. Toen ze mijn onderbroek naar beneden trok, had ik het nauwelijks in de gaten. Ik had nog nooit naakt voor een vrouw gestaan, maar ik had het heel erg koud en ik wilde zo snel mogelijk gaan slapen.
"Goed dan," zei ze bezorgd, "Maar ik maak me wel zorgen om je."
Ze keek naar haar zoon. "Eddie", zei ze streng, "Ga jij maar vast naar je bed." Hij draaide zich om en kroop in zijn deel van de grote tent. Mevrouw Stevens opende de rits van haar slaapgedeelte en duwde me naar binnen. Ze sloeg haar grote donzen slaapzak open. "Vooruit Tommie, ga daar maar liggen." Mijn hersenen waren helemaal willoos want ik kroop er meteen in. Daarna kleedde mevrouw Stevens zich om in de woontent zodat ik haar niet kon zien, en ze kroop achter mij en trok de bovenkant van de slaapzak strak over ons beiden heen. Waar haar huid mij raakte voelde het gloeiend heet, net zoals een kampvuur. Zij omklemde mij stevig mij op te warmen. Ze schoof heel dicht tegen me aan, legde haar arm om me heen, en begon mijn ijskoude voeten te wrijven met haar eigen warme voeten. Ik viel nog niet in slaap, maar ik was ook niet klaarwakker meer. Ze droeg een zachte dunne nachtpon, en haar benen waren bloot. Ik voelde haar borsten tegen mijn rug aan drukken. Ik bedacht dat ik me geen zorgen meer hoefde te maken en na een tijdje stopte het rillen en mijn hartslag werd rustig. Ik dommelde nog een tijdje en viel in een diepe slaap.