Wageningen, 2 uur , over het verlaten marktplein loopt een eenzame voorbijganger. De regen striemt zijn gezicht. Er komen nog wat geluiden uit het cafe op de hoek. De straatlantaarns werpen een vaag schijnsel op de klinkers.
1 kilometer verderop draait Anita onrustig in haar halfslaap, al een aantal dagen heeft ze vreselijke nachtmerries, waaruit ze bezweet waker wordt. Ze miste haar vriend, die voor stage in Ohio is. In zijn armen had alles vast veiliger geleken.
Op de markt sloeg de wandelaar linksaf, even later rechts, op de kruising twijfelde hij even, maar de geur wees hem de weg, wederom linksaf. Het was rond deze tijd doodstil op straat, het viel niet op dat zijn gelaat erg harig was. Alweer een kruising, rechtsaf, diep uit zijn keel klonk een angstaanjagend gebrom.
Het kleine studentenkamertje van Anita was donker, het raam stond op een kiertje, ook hier sloeg de regen tegen de gevel, ze lag te woelen in bed. Het studentenhuis was verder kompleet in duisternis gehuld, alle bewoners zijn in diepe rust. Ze schrikt wakker van een luidde schreeuw, hoort de regen, besluit om het raam dicht te doen.
De nachtwandelaar loopt rustig door, de geur van de maagd volgend, rechtsaf nu. Steeds sterker word deze geur, langzaam, maar zeker , komt hij dichterbij.Hij ziet de flat voor zich uittorenen, beseft dat de plaats bereikt is, morgen zal het volle maan zijn, tijd voor het ritueel. In zijn oren hoort hij het gonzen van zijn lotgenoten. Morgen, morgen morgen, zijn gedachten zijn volop op morgen gericht. In de bosjes graaft hij een hol, en valt in een comatoestand.
Anita schrikt wakker van de wekker, 8 uur, gauw douchen, eten, vandaag een belangrijk college bedenkt ze. Haar fiets brengt haar op de juiste plek, gelukkig is het weer droog geworden. Met 3 vriendinnen spreekt ze af om vanavond bij Carre te gaan eten, en daarna een afzakkertje in Troost. Langzaam komt de avond in zicht, het valt haar op dat de avonden alweer korter worden.
Zo rond negen uur, word het donker, in de bosjes kruipt de nachtwandelaar uit zijn hol,zijn beharing is nog verder toegenomen,hij kijkt eens rond, en ziet meerdere wezen uit de grond kruipen. Uit hun kelen komt een klank, die lijkt op kabala, kabala, ze weten het, volle maan, vanavond het ritueel, een maagd die geofferd zal worden. Samen treffen ze de voorbereidingen, een provisorische tafel word inelkaar gezet. Ieder heeft wel wat bij zich om de maagd straks vast te zetten. Touwen, boeien, kaarsen, naarmate de maan hoger komt stijgt hun opwinding.
Om 2 uur vindt Anita het mooi geweest, neemt afscheid van haar vriendinnen, fietst richting haar flat, binnendoor via de nude. Ze is een beetje rozig door de drankjes, een vreemd gevoel tussen haar benen, voor het slapen gaan nog maar even met zich zelf spelen, bedenkt ze zich.Ze weet ondertussen de fijne plekjes wel te vinden, als haar vriend over 3 weken terugkomt, moet het er toch maar eens van komen, ze is er wel aan toe.
Kabala, kabala, ze ruiken haar, de opwinding stijgt inmiddels, naakt wachten ze, afgelopen nacht is hun beharing verder toegenomen. De nachtwandelaar zet de kaarsen neer, het is de heilige vorm. Opvallend zijn de tekens op hun rug, allemaal hebben ze een 666 teken. Een bliksemflits schiet door de nacht.
Anita schrikt van een bliksemflits, en fietst nog iets harder richting huis, wat hoort ze toch voor vreemd geluid. Het lijkt wel of ze kabala, kabala hoort, het geluid wat ze in haar dromen ook hoorde. Het lijkt ook steeds dichterbij te komen, het zoemt nu door haar hoofd. Ze raakt het gevoel in haar benen kwijt, valt op de grond, voelt twee harige armen die haar pakken, kijkt, de schrik van het wezen wat ze ziet laat haar het bewustzijn verliezen.
In de bosjes achter haar flat, branden de kaarsen volop, wierpen een sinister schijnsel tussen de bomen.Langzaam kwam Anita weer bij kennis. Haar hart klopte wel 2 keer zo snel, toen ze de wezens op zich af zag komen. In het duister zagen ze er nog wel enigzins menselijk uit. Ze kwamen steeds dichterbij nu, uit hun kelen klonk steeds weer dat ene woord, ze wilde opstaan, weglopen, maar stevig vastgebonden kon ze geen kant op.Angstig keek ze toe wat er gebeurde. Ze voelde een tong tussen haar benen komen, een tong die ondanks haar angst steeds dieper naar binnen drong, groter leek te worden. Nog een tong volgde, ditkeer tussen haar billen, een derde tong ging haar mond in.
Steeds zoemde het woord weer door haar gedachten, ze begon nu de weg kwijt te raken, niet doen, niet doen, dit is niet voor jullie bestemt, maar de wezens gingen steeds dieper, hun tongen werder dikker, langer , penetreerden haar in al haar gaatjes, het leek wel of haar hersens rechtsteeks werden aangeraakt.
Sidderend lag ze nu op de tafel, geen kant op kunnend, kompleet in hun macht, ze zag ineens een lul richting haar kutje komen, niet doen, schreeuwde ze nogmaals, maar een enorme druk voelend, voelde ze iets naar binnen glijden. Kompleet opgevuld, warm kloppend, gilde ze het uit van de pijn. Drie straaltjes bloed liepen langzaam omlaag, over haar billen. Het wezen drong steeds verder naar binnen, ze voelde zijn geslachtsdeel kloppen, verloor het bewustzijn toen ze de koude straal naar binnen voelde komen.
Ze kwam weer bij kennis, wist even niet meer waar ze was, in de verte begon de duisternis over te gaan in schemering. Een paar harige wezens waren bezig om een hol te graven, angstig stond ze op, liep naar haar kamer toe, en viel in een diepe slaap.
Wageningen , een maand later, over de markt liep die nacht een vrouw, de regen striemde in haar gezicht, ze trok haar jas nog eens iets dieper over haar gezicht, in haar voelde ze iets groeien. Op de hoek sloeg ze linksaf, morgen zou het weer vole maan zijn.