Satans dochter (I)
Zuster Maria, koningin van de nacht
We schrijven het jaar onzes heren 983.
Als jongste dochter van de burchtgraaf was Marianne voorbestemd om een vroom leven in het klooster te slijten. Daarom werd ze op vijftienjarige leeftijd aangemeld als novice bij een afgelegen klooster. In deze vrome omgeving zou ze haar levenstaak gaan vervullen in een huwelijk met God.
Vreemd genoeg verlangde ze ernaar. Wereldse zaken verafschuwde ze. Om haar heen zag ze niets dan ziektes, intriges, machtswellustelingen, weduwen en wezen. Ze kende de wereld als een zieke plek waar God ver te zoeken was. Zelfs haar plaatsing in een klooster had voor haar vader te maken met politieke invloed en de besparing van een bruidsschat. Maar voor haar was het een ware roeping om in armoede en kuisheid deze wereld iets van zuiverheid te geven en haar ziel voor het paradijs te redden.
In deemoed deed ze in haar taken. Haar blonde haren kort gesneden en gekleed in ruwe witte pij, die haar bekoorlijke vormen bedekten. Geen man, zelfs geen pater, zag ooit haar hemelsblauwe ogen want die sloeg ze nederig neer in hun zeldzame aanwezigheid.
Ze bad, ze werkte en ze bad en ze bad om weer te werken. Meer wilde ze niet uit het leven dat toch slechts een voorspel was tot de dood. Zelfs haar naam was veranderd. Zuster Maria werd ze genoemd.
Omdat ze een adellijke afkomst had was haar leven toch minder hard dan dat van de arme novices. Zij hoefde niet op het land te werken maar ze hielp met de boekhouding voor het klooster. Al jong had ze leren schrijven, het Latijn eigen gemaakt en van haar moeder die immers kasteelvrouwe is, veel geleerd over het beheren van een landgoed. Allemaal kennis die maar weinigen bezaten en zeer zeker ook van toepassing op het reilen en zeilen van een klooster.
In haar vroom gebed verzonken bad zuster Maria tot de Heer in haar kale kloostercel. Door het venster stroomde ijle herfstlucht naar binnen, maar zij werd verwarmd door haar geloof. Zij zag niet dat een diepzwarte raaf in het venster plaatsnam die vreemd genoeg geflankeerd werd door twee kraaien. Nog vreemder waren de ogen van de raaf waarin een felgroen koud vuur flikkerde.
Zuster Maria schrok op van het houten kruisje dat als enige versiering boven de deur van de cel hing met een klap op de grond viel. Stuk.
In een flits kon ze in het schijnsel van de volle maan twee vrouwen zien, naakt, die haar armen beetgrepen en haar hoofd in de stromatras drukten zodat haar schreeuw gedempt werd. Er was nog een derde persoon besefte ze in haar radeloze paniek, die haar pij opstroopte tot over haar billen.
Twee grote handen die haar bij de heupen pakten. Onverbiddelijk stevig maar toch opvallend zachte handen. Handen die een magische uitwerking hadden. Ze voelde dat ze ijskoud waren en toch voelde ze haar lichaam warm worden. Ze voelde een hete energie door haar heupen trekken naar haar onberoerde borsten en naar haar kruis. Ongewild voelde ze zich ontspannen terwijl haar tepels zich spanden. Haar schaamlippen verdikten zich en haar maagdelijke kutje opende zich. Kletsnat, soppend.
De stilte van de kloostercel werd doorbroken door een vriendelijke mannenstem.
‘Verlang je naar mij, zuster Maria?’
De twee vrouwen trokken haar hoofd op.
‘Ja, oh ja. Niets of niemand liever dan u.’
Ze zei het en ze wist dat ze het zei met volle overtuiging. Ondanks al haar oprechte vroomheid besefte ze dat ze nu haar ziel aan de ware gaf.
Meteen voelde ze de beet in haar hals. Haar bloed werd met ontstellende kracht uit haar lichaam gezogen en tegelijkertijd kreeg ze er nieuw bloed voor terug. Vuurrood bloed met een eigen inktzwarte ziel besefte ze.
Het volgende moment voelde zuster Maria een dikke ijskoude pik tegen haar schaamte drukken. Zonder enige moeite gleed de lul naar binnen. Zuster Maria kreunde hevig toen ze voelde hoe de paal in haar stootte en tegelijkertijd opzwol tot een dikte die haar wel leek uit te scheuren van onderen.
Al had ze nog nooit met iemand gevreeën, ze wist maar al te goed dat een lul warm behoorde te zijn en nooit zover kon opzwellen. Maar ook de bikkelharde vrieskou in haar binnenste verwarmde haar van top tot teen. Ondanks de onvoorstelbare grootte van de paal in haar begon ze met het ritme mee te bewegen om nog dieper te kunnen gaan. Ze voelde hoe haar kut volkomen opgevuld was en ze begon klaar te komen terwijl ze hard doorgeneukt werd.
Ze kwam niet een keer maar zes keer en bij de zesde keer voelde hoe ze werd volgespoten met liters sperma. De ijskoude hitte ervan brandde in haar totdat ze uitgeput wakker werd in de schemerte voor de ochtendmis.
Met afgrijzen keek ze naar het gebroken kruis en de nog niet opgedroogde witte spermaplas op de stenen. Haar benen voelden plakkerig en vanonder had ze een rauw gevoel. Ze had geen nachtmerrie gehad dat was haar wel pijnlijk duidelijk. Ze zag echter geen bloed en dat zou voor een maagd toch wel moeten. Ze besloot na de ochtendmis naar de moeder overste te gaan.
De mis was een hel geweest. Geen gebed kon ze in deemoed prevelen. Haar lichaam zat vol vuur en iedere gedachte aan het hogere vond ze bespottelijk.
Moeder overste was duidelijk. Gelukkig was ze van adellijke afkomst anders was ze meteen voor gek verklaard.
Toch werd er een vernederend onderzoek gehouden. Nadat ze haar pij had opgetrokken werd ze gecontroleerd. De oude vingers van de moeder overste werden in haar vagina geduwd waarna de definitieve conclusie werd getrokken.
‘Zuster Maria, aangezien u nog steeds maagd bent heeft u gedroomd.’
De moeder vervolgde na een diepe zucht.
‘Ik begrijp best dat een jonge novice niet altijd vrome dromen heeft, daar hoef je niet van te schrikken kindje. God wil je beproeven, maar je moet nooit meer zulke verhalen vertellen. Maak jezelf het leven niet moeilijker dan het is. Ben vroom, bid tot de Heer en alles zal goed komen.’
Geen moment nam het oude wijf, zo dacht zuster Maria opstandig, de moeite om de spermaplas te onderzoeken.
Zuster Maria deed haar taken en prevelde haar gebeden schijnbaar als vanouds. Echter haar lijf stond steeds in vuur en vlam. Haar pruim sopte voortdurend en haar spenen schuurden de pij. De vrome gebeden kwamen haar nu als bespottelijk voor en elk moment dat ze alleen was speelde ze met haar kut en tieten totdat ze hijgend klaarkwam. Haar dromen waren wild, vol met spuitende pikken en onverzadigbare vrouwen en mannen, folteringen, vlammen, neukende honden en hengsten en steeds weer die grote zachte handen op haar heupen.
Het duurde vier weken voordat ze weer bezoek kreeg. Ze lag naakt op bed terwijl ze bezig was om haar rozenkrans in haar aars te laten verdwijnen toen er een kraai in haar venster kwam zitten. De kraai leek haar even spottend aan te kijken, maar dan veranderde ze in een oogwenk in een prachtige vrouw, waarvan haar naaktheid alleen bedekt werd door een tatouage van een slang die over haar hele lijf liep en waarvan de kop eindigde in haar kruis.
Natuurlijk schrok de zuster van de vrouw. Toch bleef ze zo wijdbeens liggen. Ze was zo veranderd dat het haar simpelweg niks kon schelen.
‘Als je me komt neuken, zul je toch een pik nodig hebben.’
‘Ik kom u niet neuken. Ik heb opdracht om te controleren of het goed met u gaat.’
De slangenvrouw wreef onderzoekend met een slanke hand over Maria’s buik en liet haar andere hand gemakkelijk, maar wel voorzichtig de vagina in glijden.
Maria werkte geil mee.
‘Ohhh, lekker doe je dat...’
Als de slangenvrouw al opgewonden was liet ze dat niet merken. Rustig haalde ze haar hand weer uit de zuigende kut.
‘Alsjeblieft, hmmm, duw je hand weer terug in grot. Ik kom al bijna...’
‘U bent zwanger van onze meester, mevrouw. U zult de moeder zijn van de tegenhanger van die slappe lul van negen eeuwen geleden, wiens naam wij niet uitspreken. U zult aan de zijde van onze Meester staan. U, de koningin van de nacht.’
Met veel plezier schrijf ik het vervolg, als jullie het de moeite waard vinden.
Tips en kritiek zijn zeer welkom.
___sub e___