Ik verstrak. Voel mijn hart in mijn keel bonzen. Opgejaagd wild. Klamme handjes.
Ik tuur naar het scherm: hij blijft uitgelogd. Toets op mijn gsm zijn nummer nog eens in. Het standaardbandje, dat de abonnee momenteel niet bereikbaar is.
Ik ben in een nachtmerrie gerold…
Wat nu?
Snel het huis verlaten? Hij weet dat ik thuis ben. De politie bellen? Maar met welk verhaal? Bovendien zou mijn man er zo lucht van krijgen. Mijn stoute schoenen aantrekken dan maar, hem klaar en duidelijk zeggen wat er van is - iets anders zit er niet op.
Wie weet wat voor een engerd hij is. Zo’n zielig manspersoon, verkrampt van frustraties.
Een pervert.
Of een gevaarlijke psychopaat.
En hij weet me wonen…
Angst.
We raakten aan de praat in een chatbox. Hans, een oudere man uit mijn stad. Best leuk, hij was hoffelijk, humoristisch ook. En Helena vond hij toch zo’n speciale naam. Erotisch klinkend. En ja, hoe gaat dat soms in een virtuele babbel: je begint te dollen, beetje ondeugend te doen. Flirten. Elkaar op te hitsen…
Hij wou daten, ik zag dat niet zitten. Hij stelde dan voor om even te bellen. Wou me horen. Drong aan. Uiteindelijk stemde ik toe.
Hij had een zachte, rustgevende maar tegelijk diepe en imponerende stem.
Het gesprek werd snel intiem. Of ik dan vanuit het diepste van mijn zijn niet snakte naar een date?
‘Eerlijk antwoorden!’ beval hij.
‘Ik ben zo bij je,’ zei hij dan, ineens. ‘Voorstraat 7, dat klopt toch, niet?’
‘Eh, ja,’ bevestigde ik, de kluts kwijt.
‘Tot dadelijk.’ Hij haakte af.
Wie is die Hans in godsnaam? Ik herken zijn stem niet, hoe kent hij mij? Een collega van mijn man? Waarom zat die dan met zijn truck ook niet in het buitenland?
Wat geneer ik me plots, zoals ik me wel niet aangesteld had - als een ordinaire del…
Hulp! De bel is driemaal gegaan. Helena, meid, verman je: zet hem op zijn plaats!
Voor me staat een man van in de veertig. Groot, atletisch, lichtgrijzend. Klein verzorgd sikje. Blauwe ogen. Precies zoals hij zichzelf beschreven had. Maar dat hij ronduit aantrekkelijk is, knap zelfs, neen, daar had hij niks van gezegd. Hij straalt rust uit, vertrouwen. Charisma.
Het aardappelmesje dat ik in de inkomhall achter een vaas verborgen had, ben ik op slag vergeten.
Hij geeft me een hand, stelt zich voor
‘Helena, Ik ben toch niet té snel hier?’ vraagt hij dan, met een zelfzekere glimlach.
‘Eh, nee,’ stamel ik.
Hij treedt binnen. Ik vraag of hij wat wil drinken.
‘Ja, graag,’ antwoordt hij.
‘Ik heb bier, wijn, cognac-‘
‘Ik wil jou,’ onderbreekt hij, mij zich naar hem toetrekkend. Ongemeen hartstochtelijk, zoals hij kust. Ik, te zeer in de weer met smelten, laat begaan…
‘Hoe ken je eigenlijk mijn adres?’ vraag ik hem terwijl hij op de rand van het bed zittend zijn veters dichtknoopt.
Bleek simpel te zijn: zowel mijn mobieltje als het looptoestel van mijn vaste lijn lagen naast mijn pc. Had ik nou precies dat laatste gebruikt om hem op te bellen... Typisch iets voor mij, dat verstrooid zijn.
Aan een telefoontje naar de inlichtingendienst had hij genoeg.
‘Niet erg hoffelijk,’ zegt hij, ‘maar op dat moment dirigeerden de hormonen me.’
Hij grijpt zijn portefeuille.
‘Nee Hans,’ zeg ik, blozend, ‘laat dat - om geld was het me niet te doen.’
‘Geld? Wil je mijn vast nummer dan niet?’
Hij neemt een kaartje uit zijn portefeuille, krabbelt er wat op en overhandigt het.
Dieper heb ik me nog nooit geschaamd.
‘Mag ik je gsm-nummer? Of weet je, stuur me anders seffens maar een sms’je - heb ik het zó.’
Ik zeg dan dat ik het hierbij wil houden. Dat ik in feite geen date zocht. Dat ik van mijn man hou en niets op het spel wil zetten.
‘Maar Helena, ik wil helemaal geen verhouding - mijn jongste dochter is nauwelijks ouder,’ sust hij. ‘In feite ben je deeltijds weduwe en zo iemand heeft toch ook wel behoeften. Is het fout om af en toe eens samen te genieten van de geneugten van het lichamelijke? Enfin, ik sta steeds ter beschikking, je hoeft maar een seintje te geven. Het initiatief is volledig aan jou.’
Ik doe een Bordeaux open. Drink een glas. Snel. Ben er aan toe. Vul nog eens bij. Voel me al tipsy.
‘Zoals beloofd mijn sms. Het was fantastisch, maar daar houden we het bij. Groet.’ Het berichtje dat ik opstel is vrij sec, maar dat is nou net de bedoeling. Ik verstuur het.
Kort daarop het ontvangsignaal. Eentje van mijn man evenwel!
‘Slaapplaats gevonden in de buurt van Nice. Ik mis je zo ontzettend, geil beestje van me!’
Ik lees, herlees. Neem een slok. Nog een.
Biepbiep. Antwoord van Hans.
‘Zoals je verkiest. Het is zoals we afgesproken hadden. Het ga je goed.’
De wijn stijgt echt wel naar mijn hoofd. Toch giet ik nog eens bij.
Verstuur dan snel twee sms’jes, respectievelijk ‘Je moest eens weten hoe ontzettend ik je mis, en die knaap van jou. Je Helena xxx.’ en ‘In bed ben je onweerstaanbaar. Ook daarbuiten. Nog veel succes. Tot ziens.’
Na een minuut of zo al antwoord.
Mijn man.
‘Wat bedoel je met nog veel succes? Zoetje, leg eens uit??’
Oh nee, shit - het kan toch niet waar zijn!
Typisch mij. Warhoofd! Ik moet hem telefoneren, nu!
Maar dan klinkt de deurbel - ook dat nog.
Het is Hans. Hij wurmt zich binnen. Hij was nog in de buurt, zegt hij. En dat ik een geil ding ben, een lekkere stoot...
Ik wil mijn vergissing opbiechten. Natuurlijk. Maar met een extra tong in je mond lukt dat niet. Terwijl ik haast gesmacht wordt, gaat mijn mobieltje over. Hij grijpt het en zet het uit. Het is alsof ik niet meer ben dan een kussen vol veertjes, een zak van lucht, een onmondig iets: met een zodanig gemak tilt hij me op, gooit me over zijn schouder om met snelle tred de trap op te lopen.