Ze weet niet goed waar met haar handen te blijven. Stelt zich tegelijk nonchalant op maar dat is maar een waas, geneveld door haar timiditeit. Een kennersoog prikt daar zo doorheen en ontdekt de ongeslepen diamant die ze is. Ik bezit twee dergelijke ogen. Er is nog wat schaafwerk aan, maar scoren met haar zullen we zonder twijfel.
Die looks, dat goddelijk figuurtje van haar. Haar frisheid, en dat vleugje onschuld dat ze uitstraalt. Ze vertedert me maar is tegelijk bron van een soort vervreemding. Omdat, besef ik plots, ik me in haar herken. Ze lijkt wel een tweelingzusje van de jonge onbesuisde vrouw die ik op mijn achttiende was. Haar postuur, de lange donkerbruine haren, het fijne gezicht maar ook de grote hertenogen waarmee ze gretig de onbekende, grote wereld in tuurt.
Ze haalt me de tiener die ik toen was, en mijn eerste sollicitatiegesprek, zo voor de geest.
***
De jaren zeventig van de vorige eeuw. Ik was, wat men tegenwoordig met een modern woord ‘schoolmoe’ noemt, op zoek naar een baantje. ‘Meisje gezocht als hulp bioscoop’, zo ongeveer zag de korte advertentie eruit die in de krant mijn aandacht én interesse wekte. Tickets verkopen, en ijscrème en cola aan de kinderen: een leukere baan voor een achttienjarige meid kon ik me niet voorstellen.
Dat er van verkoop van zoete dingen aan kleintjes al helemaal geen sprake was, merkte ik toen ik het pand naderde waar ik even later mijn eerste sollicitatiegesprek zou hebben. In grote rode neonletters spetterde het woord sexfilms van de voor de rest troosteloze gevel. In een lange, smalle vitrine waren, blijkbaar al een hele poos geleden, foto’s opgeprikt: de glans die ze ooit hadden, was verbleekt door het zonlicht; de hoeken omgekruld. Helemaal onderaan de langwerpige uitstalkast een stuk of tien dikke bromvliegen, lang niet meer tot het rijk der levenden behorend. Op de afbeeldingen, door het vol vetplekken staande vitrineglas nog net zichtbaar, prijkten vele naakte lichamen, maar vooral in het oog springend waren de korte stukjes zwarte tape waar gulzig mee geknipt en geplakt was.
Hoewel niet echt naïef - ik wist heus wel af van de schepping ‘jongen’, had er zelfs al menig experiment mee achter de rug - maakte het betreden van zulk een etablissement indruk op me.
De oudere dame achter het loket keek me van boven haar klein leesbrilletje met indringende ogen aan, monsterde me vervolgens van kop tot teen en zei dan dat ze de uitbater wel even roepen zou voor mij. Ongeveer anderhalve minuut later was ze terug, samen met de patron.
Het was een vlotte Nederlander die me hoffelijk liet voorgaan op de trap naar boven, me vervolgens in zijn klein en wanordelijk kantoor vriendelijk een stoel en een drankje aanbood.
Hij vroeg of ik al ervaring had. Gemanierd antwoordde ik dat ik net van school af was. Vond hij op een of andere manier blijkbaar grappig, want hij begon te schuddebollen. Hij informeerde vervolgens hoever ik wou gaan. Tot iedereen buiten is, antwoordde ik voorzichtig, beducht voor strikvragen. Deed ik toch wel goed aan, of werd ook verwacht dat ik de accommodatie nadien nog poetste?
Wat wil je precies doen, welke dingen niet? De kassa en de verkoop van ijscrème en drankjes, gaf ik aan. Hij lachte, andermaal. Dergelijke zaken verkochten ze blijkbaar niet en voor de kassa bleek hij beroep te kunnen doen op twee oudere dames die elkaar aflosten. Oei, piepte ik dan, en dat ik eerlijk moest bekennen dat ik van film draaien geen kaas had gegeten.
‘Neenee’, grinnikte hij dan smakelijk, ‘hoeft ook helemaal niet, laat die kaas nou maar tussen mijn boterham zitten, maar als jij van je kant een aardig boterhammetje wilt verdienen, zit je hier goed.’ Nog steeds met een lach om de lippen keek hij me onderzoekend aan. ‘Heb je een schop bij?’ vroeg hij dan, monkelend.
‘Een schop?’ herhaalde ik, paf staand - ik zag mezelf al zand schoppen in de betonmolen die hij misschien achter had klaarstaan om zijn zaak te verbouwen.
‘Ja, een schop - om poen te scheppen’, en hij bulderde het uit. Ik wist niet of ik nu ook mee moest lachen.
‘Nee, serieus’, vervolgde hij dan, ‘wat een fabrieksmeisje op één maand tijd aan de lopende band verdient, kan je hier op één dag binnen rijven. In feite op je dooie gemak, zonder er iets te voor moeten doen.’
Ik denk dat het gezicht dat ik toen opzette, niet getuigde van al te veel overtuiging.
‘Gewoon door jezelf te zijn, je charmes als jonge vrouw te gebruiken’, verduidelijkte hij. ‘En in de industrie is het hard werken, hier maar een beetje spelen, snap je?’
Het klonk verschrikkelijk wervend maar tegelijk groeide mijn vermoeden én wantrouwen dat een en ander te maken had met het woord dat hij angstvallig vermeed uit te spreken: prostitutie…
En dan kwam hij ter zake. Dat in het kleine zaaltje beneden porno werd gedraaid - daar was ik dus zelf al wel achter - en, zei hij dan, in plaats van verder te tateren kon hij het me evengoed effen laten zien.
Het was voor de ogen even wennen, de duisternis die doorkliefd werd door het licht dat de projector op het scherm ratelde. Met veel gehijg en gekreun was op dat witte doek een koppel in de weer een acrobatisch nummertje op te voeren. Aandachtig gevolgd door de hoofden die ik hier en daar in de donkerbruine zetels ontwaarde. Een bezoeker zag ik ter hoogte van zijn kruis met een activiteit in de weer die ik niet in een bioscoop verwachtte. Toch niet in de filmzalen zoals ik ze tot dan kende. Instinctmatig keek ik er van weg, naar de immense lichtgroene gordijnen die er hingen, naar de muur ook die wel opgetrokken leek uit een soort van vuilrood fluweel. Her en daar langs de rijen zetels stond een staander opgesteld, een rol bevattend van wat wel keukenpapier leek. Ik zag ook afvalemmertjes. En asbakken. Het zaaltje was rokerig maar het was vooral die indringende zure geur van rotte kastanjebloesems die op je adem pakte. De benepen lucht van de gore tempel van het mannelijke libido.
De uitbater wees dan naar de kleine affiches, om de vijf, zes rijen tegen de muur opgehangen. Met in grote drukletters BEL VOOR: geschreven, gevolgd door HANDMASSAGE en TOPLESS. En, in kleinere letters, de melding ‘bellen voor meisje achteraan in de zaal.’
Daar, naast de belknop, bevond zich de trap die niet enkel naar zijn kantoortje en het operatorkamertje leidde, maar ook naar een balkonnetje. Zakdoekgroot, en met een gordijn in het midden om die ruimte nog eens te halveren. Om gelijktijdig twee klanten ‘af te werken’, zo noemde hij het. Er direct bij vermeldend dat de menulijst die beneden uithing, summier was en dat het meest op te strijken viel met een ‘intiem’. Het duizelde in me toen hij het desbetreffende tarief onthulde, er in één adem aan toevoegend dat de helft voor mij was.
‘Ziezo’, sloot hij de korte ‘rondleiding’ af, ‘nu kan je meteen beginnen - eerst even op proef natuurlijk.’
Dit verraste me compleet. Ik zei dat ik er helemaal niet op gekleed was. Dàt was niet als uitvlucht bedoeld, ik droeg dan ook een alledaagse jeans, T-shirt en een trui.
‘Wat je aanhebt, volstaat’ wuifde hij mijn bezwaar weg. ‘De meeste mannen stellen het wel op prijs als ze een doordeweeks gekleed meisje de trap zien afkomen. Van belang is de persoonlijkheid die onder je kleren schuilgaat. En bij jou’, en hij bekeek me nog eens van kop tot teen, ‘zit dat wel snor.’
Ik wou op zijn minst toch nog een dag bedenktijd. Het was dan ook niet zo maar een ‘normale’ baan. En nog wel eentje van het soort dat wel het laatste was wat ik in gedachten had…
‘Hoe sneller je in het bad springt, hoe vlotter je zwemt’, ging hij er licht over. Om er dan ineens de vraag aan toe te voegen of ik masochistisch aangelegd was.
‘Nee - helemaal niet.’ God, wat was ik op mijn hoede nu.
‘Stel het dan niet uit, want anders ga je liggen piekeren en het zo jezelf alleen maar moeilijker maken. Laat die zelfkwelling nou maar over aan de masochisten.’
Deze opmerking deed me in de lach schieten. Ook hem zag ik de mondhoeken omhoog krullen. Het was best wel een goedlachse, joviale kerel, niet echt de harde businessman of beantwoordend aan het vage beeld dat ik van mensen uit die sector had. Allesbehalve een halve of hele pooier dus, eerder een idealistische filmliefhebber annex bioscoopuitbater die je in elke dorp aantrof. Oude filmaffiches aan de muur stuurden mijn vermoeden. ‘Ja’, bevestigde hij, ‘we hebben hier een tijdlang een wat je noemen kan ‘normale’ bioscoop gehad. Maar de concurrentie - ik moet er geen plaatje bij maken - noodde ons te sluiten, óf een ander doelpubliek aan te spreken. De keuze was snel gemaakt.’
Ik zat intussen op mijn stoel te schuifelen en te twijfelen, maar uiteindelijk stond ik zelf versteld van de snelheid waarmee ik de knoop doorhakte. Ik wou thuis kost wat koste weg en snel goed geld verdienen was de enige weg om dat te doen. Zo zag er althans kort samengevat de redenering uit die me op dat moment de logica zelf leek.
‘Er komt straks nog een meisje, ze zal je dan wel wat meer uitleg geven’, deelde hij nog mee. Net op het moment dat hij vroeg of ik mijn trui niet even wou uittrekken, hoorden we een dringgg en lichtte het bellichtje in zijn chaotische werkplek rood op.
‘Rustig blijven nu’, sprak hij me kordaat toe. Om me dan in telegramstijl nog snel enkele tips te geven: ‘Denk eraan, gebruik je charmes. Je verstand ook: zorg ervoor dat hij niet te snel klaarkomt. Toch niet met de hand. Ik hoef je niet te vertellen waar een lul thuishoort. Wees niet bang om je dijen te spreiden. Worden we allebei maar beter van. Uiteindelijk is het dat tòch wat je wou, snoepjes verkopen. Het snoepje dat jij zelf bent aan de man brengen bij de grote kinderen die mannen per slot van rekening zijn, toch? Ga nu maar, je mag de klant niet laten wachten. Het zal heus wel lukken. Succes.’ En hij duwde me zachtjes maar met aandrang zijn kantoortje uit, richting trap.
Het was een knappe jongeman die me beneden stond op te wachten. Een handvol jaren ouder dan ik. Me enorm opvallend, toen ik hem een slap handje gaf, was de verlegenheid die bij hem welhaast even hard had toegeslagen als bij mij. Vond ik wel schattig, het stelde me op een of andere manier iets meer op mijn gemak. Hij had zware wenkbrauwen maar dat stoorde niet. Die grote lippen en de dromerige ogen van hem intrigeerden. Hij zag er een beetje soft uit, als een vleesgeworden versie van een grote pluchen beer.
Toen we boven in de zetels plaatsnamen, zei hij dat hij de volgende dag in het huwelijksbootje stapte en nu de grens richting Nederland was overgestoken om zijn vrijgezellenavond te vieren. Samen met een groep vrienden die wat verderop in een kroeg zaten te wachten. Met het geld dat ze voor hem bijeen hadden gelegd, mocht hij nog eens van de vrijheid proeven. Dat was in zijn kliek zo de traditie, zo bleek.
Het is nog maar de eerste keer dat ik zoiets doe, gaf hij eerlijk toe. Voor mij ook, floepte het, vooraleer ik er erg in had, uit mijn mond. We lachten allebei, zaten een beetje samen in hetzelfde schuitje. Het feit dat hij ook uit Vlaanderen kwam, speelde mee. We keken naar het grote scherm, waar een meisje de drie mannen die haar insloten om beurt op een blowjob trakteerde. En dan draaiden we gelijktijdig onze hoofden naar elkaar, hij lachte bedeesd en innemend, met een blik die me nog met meer elektriciteit injecteerde.
Hij wou zowel topless als massage, zei hij dan, naar zijn portefeuille grijpend.
Hoe lang was ik samen geweest met hem? Ik had er geen besef van. Was nog altijd van de kaart toen hij weg was, stond nog natrillend me verder aan te kleden. Ik had het gevoel het grote lot te hebben gewonnen, met mijn kont in de boter te zijn geploft. Zeker als ik me die andere creaties herinner, die ik vaag in de zaal had zien zitten, of duidelijker nog de kassa had zien passeren. Enger dan in een spookkot op de kermis: daar weet je tenminste dat de griezels nep zijn.
Ik had hét al met verschillende jongens gedaan, was allerminst een heilig Mariabeeldje, maar niets kon tippen aan de ervaring die mijn hele lijf nog liet natintelen.
Met een welhaast euforisch gevoel klopte ik bij het kantoortje aan. Verwachte daar op zijn minst enige vorm van lof toegezwaaid te krijgen. Ik wist, hij had me dat als geruststelling toevertrouwd, dat het doen en laten met de klant via een geheim kijkgaatje, dat uitzicht gaf op de privé-loge, in de gaten werd gehouden. De fierheid, als van een pauw, straalde zo van me af.
Het gezicht van de uitbater stond allesbehalve op zonnig toen hij de deur opende. Op de stoel waar ik daarstraks had gezeten, zat een vrouw die me met giftige ogen aankeek, driftig rechtsprong en me dan de huid begon vol te schelden. Ze was halfweg de twintig, dellerig gekleed en op een wel bijna potsierlijke manier geschminkt. Alsof ze achter al die lagen rouge, mascara en lippenstift zichzelf weg wou verven. De valse wimpers en de iets te kleine BH die onder haar doorzichtig negligé om haar grote boezem spande, maakte het allemaal nog potsierlijker.
Met haar verschrikkelijk taaltje, het plat-Hollands dialect van de streek allicht, hakte ze ongenadig op me in. Ik kreeg het tegen mijn voeten dat ik een stielbederfster was. Een snotneus van niks die even de zaken om zeep kwam helpen. Want ik had geen condoom gebruikt - wist ik veel! Het was duidelijk dat die twee iets hadden met elkaar, want ook hij kreeg een veeg uit de pan, met het verwijt hoe had hij het in godsnaam in zijn bol had gekregen om ‘zoiets’ (mij bedoelende) binnen te halen. Zijn voorzichtige opmerking dat ik het er toch, voor een eerste klant, niet zo slecht vanaf had gebracht, beantwoordde het pokkenwijf met banbliksems. ‘Niet-zo-slecht? Mijn reet ja! Ik heb ze zelf zien staan tongzoenen, en dat was niet even én per ongeluk, maar gewenst, voluit en intensief. Not done in ons metier!’ foeterde ze. Hysterisch schepsel!
Dat ik me als een bakvis had zitten aanstellen, alle spelregels aan mijn laars lappend, riep ze. En, het hield maar niet op, ik had blijkbaar nog een doodzonde begaan daar mijn gehijg, gekreun en geschreeuw bij momenten dat van de filmsoundtrack overtroffen had en ‘de gozers beneden onrustig maakte, op een manier die niet goed meer was.’ Ik miste elke vorm van professionalisme, tierde ze, hét zat gewoon niet in me.
Haar frontale aanval had mijn ogen vochtig gemaakt. Zorgde voor een dichtgeknepen keel, het minuscuul worden van mijn hartje ook. ‘Deze zaak heeft enig niveau en jij beantwoordt daar simpelweg niet aan’, klonk het schel. Er nog aan toevoegend dat ik maar op straat moest gaan tippelen, gaf ze haar partner het signaal mij naar de uitgang te brengen.
‘Tja’, verontschuldigde die zich, toen we de trap afliepen, ‘Jolanda is niet van de gemakkelijkste en als een meisje haar niet ligt…’ Hij had het duidelijk ook moeilijk met haar manier van reageren en zocht, zelf voor schut gezet, moeizaam naar woorden. ‘Ach’, trachtte hij me te troosten toen hij zag hoe ik met mijn handen de tranen die over mijn wangen biggelden, probeerde te camoufleren. ‘Trek het je niet aan - ze is gewoon jaloers. Jij hebt meer dan je best gedaan, ik vond je zelfs mieters. Je hebt zéker niveau, klasse zelfs’, zei hij nog. En dat ik beter verdiende.
Vlak voor hij me op straat zette, duwde hij me een visitekaartje in de hand. ‘Zeg dat ik je aanbeveel.’
***
Renske Rietmaaier, lees ik op het infoblad dat ze ingevuld heeft. In groot handschrift, letters die door de grote krullen die ze gebruikt bijna als ballonnetjes die lucht in vliegen.
En dan valt mijn blik op haar woonplaats.
Rietmaaier uit Hulst…
‘Hebben jouw ouders geen zaak’, peil ik voorzichtig. Onder ‘beroep ouders’ had ze niks ingevuld.
‘Mijn vader is overleden.’
‘Sorry.’ Even ben ik van mijn stuk.
‘Is niks. Kon u niet weten. Mijn moeder heeft een winkel.’
‘In wat?’
‘Allerlei dingen.’
‘Ach zo.’ Een kruidenierszaak wellicht.
‘Hadden ze vroeger geen bioscoop?’ vraag ik, nieuwsgierig als wat, door.
‘Nog steeds, eigenlijk.’ Haar antwoord klinkt bot.
‘Wel leuk voor je, kan je elke week lekker gratis de nieuwste topproducties zien’, zeg ik opgewekt.
‘Nou ja, dat ook weer niet’, en ze aarzelt even, ‘het is niet dàt soort van film. Het zijn privé-cabines.’ Ze spuwt het uit, als een vliegje dat tijdens het fietsen haar mond was komen binnen vliegen. En dan moet er iets met de punten van haar schoenen zijn, want die zuigen op dit moment al haar aandacht op.
‘Zand erover,’ probeer ik de plots gespannen sfeer te doorbreken, ‘je mag bij ons beginnen!’
Haar gezicht klaart op en drukt tegelijk een en al verbazing uit.
‘Je ziet er een heel stuk ouder uit’, zeg ik, haar geboortedatum bekijkend zoals ze die op het infoblad heeft genoteerd, ‘maar ik merk je dat nog geen zestien bent. Kan je morgen even langslopen met je moeder: zij moet wat formulieren tekenen, voor de administratieve mallemolen, weet je wel?’
‘Geen probleem!’
Ik verheug me al op morgen. Ik ben razend benieuwd welke ogen Jolanda morgen gaat trekken... Neen, er is geen rancune: het is op de allereerste plaats aan haar (zielige vertoning) te danken dat ik het ingeslagen pad van de betaalde liefde amper na één pas verliet. Het kaartje dat haar man zaliger me in de handen duwde, met de coördinaten van NV Stylemodel, opende een fantastische en compleet onverhoopte carrière voor me. De covers gesierd van de befaamdste internationale modetijdschriften, om maar één ding te noemen: wie kan zoiets zeggen? En dat ik geen wrok koester, getuigt mijn heimelijke en bij deze geopenbaarde ambitie om Renske met het bureau dat ik sinds jaar en dag zelf run, nog meer covers te laten sieren dan ik ooit deed. Met haar is de cirkel rond.