2. Mira: Opgesloten
De man gaat verder:”Je noemt mij ‘Baas’. Je mag me alleen maar zo noemen. Jij heet Mira, dat weet ik. Ik heb je uitgekozen omdat je me bevalt. Je blijft hier een hele tijd. Om mij te plezieren, altijd en altijd. Je doet wat ik zeg, niet meer, niet minder. Je praat als ik het wil.
Als jij iets wilt steek je je vinger op. Je kijkt me nooit aan. Nooit! Als je niet doet wat ik wil of niet mijn regels volgt, krijg je straf. Als ik er zin in heb krijg je ook straf. Als je alles goed doet krijg je ook straf. Jouw straffen is mijn plezier. Je bent hier voor mijn plezier. Als ik genoeg van je heb zie ik wel wat ik met je doe. Gedraag je. Doe je dat niet dan krijg je meer straf, Straf is altijd pijn. Soms ook genot. Pijnlijk genot!”
De man lacht weer en loopt op haar toe.
Hij maakt de sjaal los en zegt: “je weet het: NIET praten. Nooit ongevraagd praten! Begrijp je dat?”
Mira zegt: Ja, dat….”
De man haalt uit en geeft haar een harde klap op haar linkerwang. Hij haalt weer uit en raakt haar op de rechterwang.
“Ik zei: NIET praten! Knikken is voldoende. Nu, weer: heb je dat begrepen?”
De klappen laten Mira suizebollen en het duurt even voor het toto haar doordringt dat ze moet reageren. Ze knikt kort en kijkt vertwijfeld om zich heen in de hop dat iets of iemand haar komt helpen.
De man ziet dat en zegt: “Dit is een geheime locatie die op geen elke plattegrond voorkomt. Daarom is die door mij uitgezocht. Vroeger was dit een kerk van afgedwaalde Hugenoten die een hechte sekte vormden. Hier op de zandgronden hadden ze een ruime boerenhoeve met een kerklokaal en een leemgroeve. Deze kelders zijn in de uitgegraven leemgroeve gebouwd. Wat ze precies deden hier en waarom, is niet duidelijk, maar veel goeds zal het niet geweest zijn, gezien de apparatuur die ik gevonden en gerestaureerd heb. Geen leuke religieuze groepering. Dat kan ik je verzekeren. Maar genoeg nu. Ik breng je naar je nis. Je kunt uitrusten en wat eten. En slapen.”
Hij liep op haar toe en klikte haar pols los van de korte paal die vast zat in de vloer.
Ze was nu niet geboeid en dat gaf haar hoop op ontvluchten! Hij pakte haar bij de pols en trok haar mee naar een gang die vaag verlicht werd door een lichtschijnsel dat van boven kwam. Mira trok zich met een ruk los en liep hard van de man weg. Ze was vergeten dat aan haar halsband een lijn vastzat, die nu achter haar aan golfde. De man bukte zich lenig en pakte de lijn. Toen die strak kwam te staan trok de man er aan en Mira viel achterover op de grond. Weer met haar hoofd op de vloer. Ze verloor op slag het bewustzijn.
Uren later kwam ze bij.
Ze lag op haar rug op een karde matras op een stalen bed. Boven zich zag ze de gebogen lijn van een gemetseld boogplafond. Ze huiverde, niet van de kou, maar van de kille angst die haar besloop. Het was donker, maar niet zo donker dat er helemaal niets te onderscheiden was. Ze kon recht tegen over haar bed een helder rood lichtje zien en vanuit de gang waarin haar nis een uitsparing vormde, kwam een wit schijnsel waarvan ze de herkomst niet kon zien. Het was absoluut stil in de gewelven. Geen enkel geluid was waarneembaar. Ze huiverde weer.
Ze richtte zich op en merkte dat aan haar halsband een geplastificeerde stalen kabel zat.
En dat ze haar schoenen en sokjes kwijt was. Verbaast keek ze naar haar blote voeten.
Verder zag een tafeltje staan met daarop verpakte voedingsmiddelen en twee kratjes met mineraal water.Ze huiverde weer. Ze zou niet van honger en dorst omkomen, maar hoe zou dit verder gaan? Ze bekeek haar nis verder en zag een gegalvaniseerde emmer staan. Ze begreep dat dit de sanitaire voorziening zou zijn en liep er op toe om te plassen.
Toen ze klaar was rook ze direct haar eigen urine en barstte in huilen uit. Duisternis, verpakte voeding en water, Het werd haar te veel.
Na enige tijd viel ze weer in slaap.
Plotseling klonk vlak bij haar, het geluid van een enorme gong die lang, langzaam in kracht afnemend, naklonk. Mira schoot als door een wesp gebeten overeind en gilde van schrik en angst zo hard ze kon!
Direct daarna ging een lampje boven haar hoofd aan en klonk de sten van de man in het blauw, die ze ‘Baas’ moest noemen luid in de ruimte:
“Dit is je nis. Hier woon je. Nu en voor altijd. Ik ben je Baas, je noemt mij Baas. Elke keer als het licht aan gaat klinkt de gong. Als het licht aan is, sta je op. Je bed is er voor de nacht, als het licht uit is. Je zit als het licht aan is niet op je bed. Je ligt dan ook niet op je bed. Je kunt op de grond zitten, rond lopen en staan. Maar je bed raak je niet aan.”
Daarna werd het stil, even stil als daarvoor, alleen kon ze nu meer van haar omgeving zien.
Zo zag ze dat het rode lichtje wat in het donker gezien had het power lampje van een muurcamera was. Ze werd dus dag en nacht bekeken! Mira huilde met lange snikken haar verdriet uit, maar vergat niet van het bed op te staan.
Na vele uren staan en lopen was het haar duidelijk dat de stalen kabel onwrikbaar vastzat aan haar halsband en dat er niet meer te zien was dan de gemetselde muren en de gang die langs haar nis voerde. Plotseling ging de verlichting uit. Ze verwachte even dat de stem weer zou klinken, maar dat was niet zo. Met een zucht liet ze zich op het bed vallen en viel wat later in slaap.
Na enige uren klonk weer de gong, keihard en weer hoorde ze de zelfde tekst van de Baas. Ze begreep dat die tekst gekoppeld was aan de gong en dat ze die vaker zou horen.
Vele malen ging de verlichting aan en uit, hoorde ze de gong en de stem van de Baas. Na enige tijd was die stem nog haar enige band met de wereld.
Haar voedselvoorraad nam af, evenals de voorraad water.
Inmiddels stonk haar nis naar een riool en was de emmer bij vol.
Ze had niet echt de perioden van dag en nacht, of van licht en donker geteld, maar ze dacht zeker 10 perioden meegemaakt te hebben. Tien dagen dus, dat klopte ook wel met de voorraad water die nu bijna op was. Wat ze niet wist was dat de donkere periode maar 5 uur duurde en de lichte periode 12 uur. In de afgelopen dagen was haar biologische klok volkomen in de war geraakt. Dat veroorzaakte een sterk gevoel van onbehagen en ook een vage angst die voortkwam uit het feit dat haar lichaam merkte dat het licht/donker ritme niet overeenkwam met haar eigen gevoel voor dag en nacht.
De Baas wist dit en maakte haar op deze manier extra labiel. Hoe labieler hoe beter, tijdens deze eerste dagen.