Spannendverhaaltje.nl

18. Mira: Onderzoek

-
21-08-2010
18. Mira: Onderzoek
Toen Mira wakker werd brandde het licht en had ze geen gong gehoord. Vreemd. Ze draaide zich om en kwam overeind om op te staan. Gewoonte getrouw tastte ze naar haar halsmand om de stalenkabel te pakken en naar de zijkant van haar lichaam te draaien. Ze voelde geen kabel.
Ze keek naar het oog in de muur waaraan de kabel verbonden was en volgde de kabel met haar ogen. Ze zag het losse eind op haar bed liggen! Los! Ze was los!
Ze bekeek de sluiting maar daar leek niets mis mee. Ze begreep er niets van.
Ze stond op, deed een plasje en dronk wat water. Met een droge cracker in de hand liep ze de gang in. Ze vond het lichtknopje en deed het licht aan. Ze liep de zaal, deed ook daar het licht aan in en ging naar de keuken. Daar makte warme thee en pakte het laatste stuk brood. Ze deed er wat boter op en vond een restje kaas. Lekker!
Na gegeten te hebben, liep ze naar de douche en waste zich. Helaas weer koud water.
Ze vroeg zich af op welke manier het water verwarmd werd, waarschijnlijk ergens een boiler die nu uit stond? Zuinigheid van de Baas? Dat betwijfelde ze.
Ze nam zich voor de ruimten hier eens goed te onderzoeken. Mogelijk was er een uitgang?
Ze liep de hele zaal door. De stalen deur naar het theater was op slot, de staven, verbonden aan het wiel midden op de deur ware in de sponningen gedraaid. Ze draaide aan het wiel en de staven gleden soepel uit hun uitsparingen de sponning, maar de deur bleef onwrikbaar dicht. Ze keek naar het grote sleutelgat in de deur en liep naar de keuken. Zou hier ergens een sleutel bewaard worden? Ze was met zoeken in de keuken snel klaar. Er was niets, alleen de blauwe plastic beauty case van de baas.Ze onderzocht de inhoud en vond de bekende spuitbussen met ontsmettingsmiddelen, de wondafdekker, wat materiaal om piercings aan te brengen, waar de al kennis mee gemaakt had, plastic operatiehandschoenen en een paar zakjes met ringen en zo. En de kleine vijl!
Ze kreeg een idee en ging met de vijl naar haar nis. Depakte het krukje en zette dat onder de camera, waarvan het rode lichtje constant brandde. Ze ging op het krukje staan en merkte dat ze net niet bij de camera kon en evenmin bij de kabel die van de camera naar boven liep. Ze ging naar de keuken en pakte een stoel, droeg die naar haar nis. Ze zette de stoel onder de camera en plaatste het krukje er bovenop. Een wankele stellage, maar ze klom er op. Ze kon nu prima bij de kabel en vijlde net zo lang aan de kabel dat het lampje uit ging. Zo! Dat zou wel niet echt helpen, maar het zou zeker de man die ‘Baas’ genoemd wilde worden irriteren! Ze liep weer terug naar de zaal en begon deze minutieus te onderzoeken. Ze vond geen uitgang, geen gereedschap, geen touw os iets dergelijks. Niets! Ze keek ongeduldig rond. Har oog viel op het bedieningspaneel van het podium en ze kreeg een idee. Ze liep er naar toe en klapte de bovenkant van het bedieningspaneel open. Daaronder trof ze draden aan die eindigde in een dikke kabel die van het paneel naar het podium liepen. En ook een groen printplaatje met wat elektronica er op, waar ze verder niets mee kon. Van dat printplaatje liep een dun kabeltje naar de zijkant van het bedieningspaneel. Ze wist dat de Baas daar zijn elektronische agenda of zo iets op aansloot en op die manier een valpatroon van de valstokken regelde.
Ze pakte haar vijltjes en kraste er voorzichtig mee over het printplaatje. Dat zou vast de werking niet ten goede komen! Ze grijnsde goedkeurend en zei hardop:”Goed zo meid, we maken het die idioot wat lastiger!” Waar dat ‘lastige’ dan wel uit zou bestaan wist ze op dat momnet ook niet, maar dat ze hen dwars zat, deed haar goed! Verder was er in de zaal niets te zien of te vinden.
Ze liep de gang in. Het deel waarvan ze dacht dat de Baas er altijd vandaan kwam als hij de ruimten binnenkwam, had ze nooit eerder betreden. Ja, toch, maar toen had ze een blinddoek opgehad! Ze liep een de gang in die al snel een bocht maakte. Een stalen deur. Zonder twijfel op slot. Ze nam niet de moeite de deur te proberen, maar draaide wel aan het wiel, de staven gleden soepel de uitsparingen in de sponning in. Ze kon er niet uit, maar de Baas kon er nu niet in! .Ze liep terug, voorbij de nissen, die ze ook allemaal onderzocht. Niets te vinden. Ze liep verder tot aan de deur van de strafkamer, vlak bij de afvalput. De deur was onwrikbaar dicht. Ook op slot.
Ze leunde over het lage muurtje van de afvalput en zag alleen duisternis beneden. Ze wist dat het net een paar meter lager hing, maar ze kon het niet onderscheiden.
Tja, wat te doen? Ze kon wel rondlopen, maar nergens in. Er waren geen andere deuren, geen andere ruimte en er was niets aan hulpmiddelen die ze zou kunnen gebruiken om te ontsnappen! Toen dacht ze aan het rek aan de muur van de zaal. Ze was er al een paar keer langs gelopen, maar ze had het rel niet echt onderzocht. Ze wist dat er zwepen en handboeien op lagen, maar mogelijk meer?
Ze liep terug naar de zaal en bekeek het rek. Zwepen. In allerlei verschillende maten en dikten. Met een enkel lederen lijn er aan en met smallere en bredere stroken. En een hele lange zweep, zeker 2 meter lang! Ze pakte hem op en voelde het zware handvat. Ze probeerde er mee te klappen, wat na enige keren oefenen lukt! Ze werd beloond met harde knal. Ze bedacht dat deze zweep er niet was om genot te bezorgen of om billen en borsten op te warmen, maar om te straffen! Deze zweep was zeker in staat om het vel van iemand rug aan flarden te slaan. Ze bekeek het uiteinde van de zweep nauwkeurig, maar zag geen verkleuringen in het soepele leer, wat er op zou kunnen duiden dat het leer op die plaatsen bloed opgenomen zou hebben. Ze hielt de zweep vast en liep nogmaals alle ruimten en gangen door die ze kon betreden. Dat leverde niets op.
Ze dacht aan de afvalput, waar ze al een keer in afgedaald was. Ze was toen met de stoom mee gelopen, maar ze had niet de andere kant onderzocht! Dat was een mogelijkheid!
Ze liep naar de afvalput, hielt de zweep stevig vast en sprong naar beneden. Het net ving haar verend op en ze klauterde direct in de richting van de hoek waar ze nu van wist dat daar de meeste ruimte was. Net als de vorige keer duurde het even voordat ze zich door de nauwe opening gewrongen had en zich naast het stroompje op de vettige modder kon laten vallen. Ze liep naar de boogpoort en liep nu langs het watertje tegen de stoomrichting in.
Ook hier was het stroompje heel smal met aan weerszijden zand. Ze hielt een hand tegen de muur en tastte voorzichtig met haar voeten voor zich op het zand, om niet ergens in te stappen.
Het stroompje werd al snel breder en ondieper en reikte weldra van muur tot muur. En toen was er plotseling het einde van de gang. Ze voelde voor zich vochtige klei. Een soort muur van klei. Ze voelde voorzichtig lager. Overal klei. Ze voelde nog lager en raakte het wateroppervlak. Ze ging nog lager met haar hand en voelde zand. Ze ging met haar hand in de richting van de kleiwand voelde de overgang van zand naar klei. Het leek er op dat het water opwelde uit het zand en dan als een stroompje verder ging. De Hugenoten zouden dit wel ontdekt hebben en de watergangen gebouwd hebben. Vroeger. Lang geleden. Ze stond met haar voeten in een artesische bron. Fijn!
Deze kant van de gang bood dus geen uitweg.
Ze liep terug. Toen ze onder het net stond aarzelde ze. Weer naar boven gaan? Wat eten en drinken? Zich schoonspoelen en weer warme voeten krijgen?
Nee! Ze zou nogmaals langs het stroompje verder lopen en de open ruimte verderop aan een grondig onderzoek onderwerpen!
Ze liep verder, stapte over de restanten van de ijzeren staven en verder de watergang in.
Niet lang daarna kwam de open ruimte in beeld. Weer met een brandend peertje hoog boven zich.
Ze liep naar de treden en klom voorzichtig naar boven. Daar aangekomen draaide ze zich om en keek over het waterstroompje naar de muur aan de andere kant. Ze zag ongeveer op ooghoogte een uitsparing in de muur. Een soort klein kamertje. Niet hoger dan 1,5 meter en 2 meter lang ongeveer. Er boven stak een ijzeren balk uit de muur met de resten van een katrol er aan bevestigd. De ruimte was afgesloten met resten van tralies. Een gevangenis dus? De ruimte was zelf helemaal leeg. Geen grijnzende schedels of botten te zien.
Ze draaide zich naar de hoge boogpoort. Ze zag weer het raamwerk dat de poort afsloot. Daar was ze de vorige keer tegenaan geklommen om bij het gat boven de poort te komen!
Ze liep naar het raamwerk toe en voelde zonder er iets van te verwachten aan de deur, die met kettingen en een hangslot de vorige keer vast zat. Ze zag tot haar verbazing dat de kettingen weg waren. Het deurtje bewoog makkelijk naar haar toe, het was open!
Ze liep door het deurtje de donkere poort in. In de verte zag ze in het donker een klein helder lichtpuntje!. Iets wat licht gaf, misschien een gaatje in een deur? Waar licht was, was misschien wel een gang naar buiten?
Ze zag dat de gemetselde vloer overging in een houten plankier.
Ze liep het plankier op, nam nog een stap en viel! Het was een valdeur!
Ze viel niet ver, hooguit een paar meter, maar ze kwam onzacht in aanraking met de harde laag zand die hier de vloer vormde. Ze ging zitten en zag duidelijk in het licht dat door de poort viel, dat de valdeur langs de muur naar beneden hing.
Helaas net buiten haar bereik. Het rand van de neerhangende valdeur was toch wel 2,5 meter of zo boven haar! Misschien was het ooit zo geweest dat de valdeur na gebruik weer dicht veerde, maar dat mechanisme werkte nu in ieder geval niet meer.
Daardoor viel er gelukkig wel wat licht in de valkuil. Ze bekeek haar omgeving. Rechte muren van metselwerk en een zandbodem. Ze groef een kuiltje in het zand en voelde al snel water. Dit gat stond dus in verbinding met het waterstroompje! Ze begreep dat als vroeger het waterpeil hoger geweest was, deze val leidde tot de dood.
Of door verdrinking, of door koude.
Ze ging zitten en legde de zweep, die ze steeds vastgehouden had, naast zich neer.
De Zweep! Twee hele meters lang!
Met haar eigen lengte er bij mogelijk net lang genoeg om tot aan de valdeur te reiken!
Ze vloog overeind en probeerde de zweep. Lang genoeg, maar hoe kon ze die nu vast krijgen daar boven? Ze herinnerde zich dat in films men het soepele uiteinde van een zweep zich een tak liet draaien. Ze keek naar boven, op zoek naar een uitsteeksel, maar zag alleen het valluik dat zich niet helemaal weer gesloten had.
Ze keek naar de scharnierkant van de valdeur en zag een spleet tussen het hout van de valdeur en de gemetselde muur. Ze sloeg een paar keer naar de spleet met de zweep, in de hoop dat het soepele uiteinde van de zweep vast zou komen te zitten in die spleet.
En inderdaad, dat lukte! Ze trok aan de zweep en had de indruk dat die stevig genoeg vast zat om haar lichaamsgewicht te dragen. Ze probeerde omhoog te klimmen langs de zweep, maar dat viel niet mee. Hoe hoger ze kwam, hoe dunner de zweep werd, dus hoe minder houvast ze had. De zweep eindigde in een paar dunnen gevlochten leren bandjes. Veel te dun om als klimtouw te gebruiken! Ze viel terug en begreep heel goed dat dit niet de oplossing was.
Ze zat op het koude zand en keek naar boven. De zweep zat vast aan de scharnierkant van de valdeur. In het midden. De zweep hing nu naar beneden langs het gladde hout. Als het hout nu maar niet zo glad was…. Aan de zijkant was van de valdeur was er wat ruimte tussen de zijkant van de valdeur en de gemetselde wand. Als daar nu de zweep vestgezeten zou hebben, zou ze misschien steun en houvast hebben aan die ruwe stenen. Samen met de houvast van de zweep, wie weet?
Ze probeerde de zweep los te krijgen, wat bijna direct lukte en sloeg hem vast aan de zijkant van het de spleet. Ze probeerde naar boven te klauteren en merkte dat het cement tussen de stenen op veel plaatsen verdwenen was en er dus best wel veel houvast was. Halverwege werd de zweep te dun om als klimtouw gebruikt te kunnen worden en wikkelde de zweep om haar hand. Ze steunde van de pijn die dat veroorzaakte als ze er aan ging hangen, maar veel keus had ze niet. Ze zag dat ze met haar vingertoppen en tenen tussen de voegen nog iets hoger moest klimmem om de bovenkant van de valdeur te kunnen pakken. Als ze daar was, kon ze zich optrekken en zou ze de gang in kunnen klimmen!
Ze steunde weer, haar hand deed pijn en ze voelde dat het vel onder haar linker grote teen open lag. Ze klom het laatste stukje naar moeizaam naar boven pakte de bovenkant van de valdeur, trok zich op en kon met haar laatste kracht de gang in klimmen.
Ze was er!
Ze draaide zich om, stond op en liep voorzichtig het plankier verder op.
Ze liep naar het lichtpuntje toe. De gang eindigde bij een houten deur. Het lichtpuntje was een gaatje in de deur, ter hoogte van haar middel.
Ze bracht haar oog voor het gaatje en keek naar binnen. Achter de deur was een gezellig verlichte ruimte. Ze zag een goed gemeubileerde ruimte, ook verwarmd, zo te voelen aan de warme luchtstroom die langs haar gezicht gleed! Ze kon een salontafeltje onderscheiden, een paar leren stoelen en een leren bank. Aan het stuk van de muur dat ze kon zien hing een schilderij. Ze hoorde zachte muziek achter de deur. Hier moest haar kwelgeest wonen, die sadistische idioot van een ‘Baas’!
Ze kon, na in het licht gekeken te hebben, even niets meer onderscheiden in de gang, dus ze hielt haar hand voor het gat in de deur en liet haar ogen weer aan het duister wennen.
Na enige tijd kon ze onderscheiden dat ze voor een stevige en hoge dubbele deur stond.
Ze zag dat het gaatje een sleutelgat was. Er was geen deurknop te zien, wel stevige scharnieren aan de zijkanten.
Naast de deur zag ze een klein houten luikje in de muur, net boven de vloer.
Bovenaan zat een knop. Een sleutelgat was niet te zien.
Ze legde haar oor tegen het sleutelgat en luisterde enige minuten of er, behalve de zachte muziek ook iets horen viel dat de aanwezigheid van een mens zou duiden. Ze hoorde, behalve het geluid verder niets.
Ze zakte door haar knieën en trok voorzichtig aan de knop die op het luikje zat. Het luik ging makkelijk open en liet een donker gat zien. Ze voelde met haar handen in het donkere gat. Ze voelde een ruimte die van de deur af een stuk doorliep. Ze kroop het gat in stuitte na ongeveer een meter op een houten wand. Ze voelde er aan. Glad hout. Ze duwde er tegen en hoorde een scherpe klik. Het stuk hout gaf plotseling mee en licht overspoelde haar!
Aantal keer gelezen:
379
Beoordeel dit verhaal:
(10 beoordelingen)