11. Mira: Werk en de strafkamer
Toen de gong klonk, had Mira de indruk dat ze een lange nacht gemaakt had. Ze kon dat niet controleren omdat ze geen klok had en ook niet wist of de tijd dat het licht aan of uit was, overeenkwam met een normale dag. Maar ze voelde zich uitgerust en er deed, behalve haar spieren, niets meer pijn.
Ze ging naast het bed staan, waste zich en dronk flink wat water.
Dan hoorde ze de deur in de gang weer en de Baas liep binnen.
“Kom mee, we gaan vandaag schoonmaken!”
Hij bracht haar naar de douche en dan naar de keuken om te eten. Brood en fruit. En vitamine pillen.
Toen ze alles op had en de etensspullen opgeruimd had zei de baas:”We gaan schoonmaken. Dat wil zeggen: dat doe jij!”
Hij wees op een flinke doek en zei ”Om je middel doen. We noemen dat een sloof en dat past nu bij je, sloofje!”
Ze wikkelde de doek om haar middel en knoopte hem vast.
De Baas keek naar haar en knikte goedkeurend naar haar fiere borsten.
“De vloeren krijgen een beurt. Eerst vegen, dan dweilen. We doen de zaal, de nissen en de gangen. Dit wordt een lange dag. Beginnen maar!”
Hij klikte haar lange lijn los.
“Alle deuren zijn nu dicht, een lijn is niet nodig. Aan je werk!”
Ze begon met het werk, wat ze eigenlijk een welkome wijziging in het dagelijks ritueel vond!
Geen bizarre sporten, geen pijnlijke knijpers en geen zweep!
Ze had nu ook de mogelijkheid de hele ruimte goed te onderzoeken. Achter de vloer met de gekleurde vlakken en naast de twee podiums met de valstokken, zag ze een stalen deur, die beschilderd was met een baksteenmotief, waardoor ze hem niet eerder gezien had.
Ze zag dat er enorme klinknagels in de deur zaten en dat er in het midden een klein wiel zat waaraan 10 staven vastgemaakt waren.
Ze begreep dat als aan het wiel gedraaid werd, de staven die nu rustten in uitsparingen in het deurkozijn, teruggetrokken zouden worden. Dit leek er op dat de deur iets buiten moest houden! Vreemd! Ze keek beter naar de deur en zag nu ook een flink sleutelgat. Daar paste dus een grote sleutel in! Als ze die kon bemachtigen……….
De Baas liep naar haar toe en wees op de vloer. De vloer bestond uit gemetselde stenen, die met dicht tegen elkaar aan lagen. Er was een patroon in de vloer aangebracht met stenen in een donkere kleur. Hij zei ”Dat is het Hugenotenkruis. Het bestaat uit een kruis, met vier harten. Een duif hangt op zijn kop onderaan. Ik denk dat ze hier bijeenkomsten hielden. Het kruis werd gebruikt als herinnering aan hun geloof.” Hij liep weer weg.
In de gang bekeek ze de nissen, die allemaal op die van haar leken. De gang eindigde met net zo’n deur als die ze in de zaal aangetroffen had. Ook met een klein wiel met stangen…..
Aan de andere kant van de gang, bij de afvalput, zag ze een kleinere stalen deur, die half open stond. Ze probeerde hem verder open te duwen, wat een luid geknars opleverde.
De Baas hoorde dat en kwam aangelopen:”Achter die deur hoef je niet schoon te maken, maar je mag er wel kijken.” Hij grijnsde en ze doet de deur verder open.
“Die Hugenoten die hier in dit pand leefden, waren een vreemd groepje. Bang voor de mensen hier in de buurt en volgens mij ongelofelijk wreed voor hun afvalligen.
Ze werkten in het boekenvak, een gilde dat vreemden toe liet in die tijd. Daarom hadden ze ook op deze plek hun bedrijf: vanwege het water dat onbeperkt voorhanden is en van goede kwaliteit. Het verhaal gaat dat iets verderop een bierbrouwerij zat. Die man vond dat de Hugenoten ’zijn’ water gebruikte. Dat zou een vete veroorzaakt hebben. Een ander verhaal luidt dat de eigenaar van die brouwerij ook een Hugenoot was, die belust was op de rijkdom van de boekenman. Die boekenman zou tijdens zijn vlucht uit Frankrijk een fortuin meegenomen hebben, waaronder een kist met ongeslepen diamanten, die zo zwaar was dat alleen een sterke man die kist kon dragen.
De bewoners van dit gebouw zouden ook trouw gezworen hebben aan hun leider en nooit mogen praten over dat kistje met diamanten. Maar af en toe was er wel eens eentje die te veel buiten de deur kletste of op een ander manier de boosheid van de heer des huizes opriep. En die werd dan in deze kelders vastgehouden en gestraft. De deur die je net opende, gaat naar de strafkamer. Ook schijnt het dat er onderling geloofskwesties speelden, die de man die hier woonde op een wrede wijze oploste: gehoorzamen aan zijn wet, of………”
Hij pauzeerde even.
“Kom maar mee.”
De Baas ging de deur door en knipte het licht aan. Een enkel peertje verlichte een grote ruimte. Mira zag een brede goot over de vloer lopen, die door de muur liep, in de richting van de afvalput.
“Voor de afvoer van bloed, zonder twijfel!” zei de Baas. De goot eindigde aan de andere kant in een ronde verdieping in de vloer, waarin wat oude roestige stalen banden lagen.
“Dit was is wat over is van een soort doos die alleen uit tralies bestaan heeft. Een geliefkoosde manier om iemand te laten verhongeren.”
Mira zag ook een kleine gemetselde boog in de muur, die open leek te zijn. De Baas zag haar kijken en zei: Dat gaat nu nergens heen. Vroeger haalde men daar water uit, maar alles is nu ingestort of dicht geslipt.”
Naast de boog zag Mira een brede open haard met een stenen verhoging die net voor de vuurplaats eindigde.
“Dat was de plek waar gestraften de voeten warmden. Tot er niets anders meer over was dan rokende stompjes. Fijn volk. En strak in de leer van de Heer!”
Wat verder zag Mira een aantal roestige stalen ringen aan de muur, zo’n twee meter boven de grond. De Baas zei: ”Daar werden ongehoorzame drommels met armboeien aan opgehangen. De zwaartekracht deed de rest. Schijnt zeer pijnlijk geweest te zijn omdat de schoudergewrichten daar niet op berekend zijn.”
Ze liepen verder en ze kwamen bij de restanten van een lage, zware lange houten tafel. Aan beide korte kanten van de tafel liepen katrollen waar de resten van kettingen met boeien in zaten. “De uitrek- en opspan tafel. Prima methode om mensen alles te laten zeggen wat je wenst. Overgenomen van de Spaanse Inquisitie.”
Achter de tafel zag Mira een metalen raam met aan de twee korte kanten een stalen oog er aan vast gesmeed en dwars geplaatste metalen wielen. Ze keek er peinzend naar en kon niet raden waar dat wagentje voor gediend zou kunnen hebben..
De Baas zag haar kijken en zei: “Over zo iets had ik nooit eerder gehoord. Dit was een wagentje waarop iemand vastgebonden werd. Een familielid geliefde moest dan aan een groot rad draaien. Het wagentje werd dan aan een touw rondgeslingerd, om dat rad heen. De persoon op dat wagentje voelde dat al het bloed door de middelpuntvliegende kracht van het rad afgedrukt werd. Òf het bloed werd naar de voeten geperst òf naar het hoofd. In het eerste geval verloor die persoon het bewustzijn en raakte de hersenen beschadigd als dat lang duurde. In het tweede geval had die persoon het gevoel dat zijn hoofd barstte en na enige tijd kon er een ader barsten, waardoor de dood kon optreden. Ze hadden vast een fijne methode bedacht om de mensen die het rad draaiende moesten houden tot het uiterste te motiveren, al weet ik niet hoe. Mogelijk met de een of andere loze belofte, of een meer pijnlijke dwang!”
Voor het wagentje stonden twee grote zware roestige schoenen. “Ooit gehoord van duimschroeven? Dit het zelfde voor voeten. Schoen aan, schroeven aandraaien en wachten tot het slachtoffer alles doet en zegt wat je wilt. Na zo’n behandeling kon men nooit meer goed lopen.”
Mira had plotseling genoeg gezien en stak haar vinger op. De Baas knikte kort en Mira zei: “Ik ga wel weer aan het werk, dit maakt me bang….”
De Baas zei: “Nog even hier achter kijken, dan heb je alles wel gezien ook, op één ding na, maar daar komen we later op terug. Zie je die ijzeren buis daar liggen? Dat is de stalen maagd. Speciaal voor vrouwen. Vroeger werd er een vrouw in gezet. Ze moest zich optrekken aan een dwarsbalk bovenin. Als ze daar te moe voor werd en losliet, werd ze doorboord door een puntige ijzeren penis! Een langzame, bloederige en pijnlijke dood. Ik moet er niet aan denken!”
Mira dacht aan de hoeveelheid pijn die de Baas haar bezorgt had en verbaasde zich over zijn reactie. Ze gingen de strafkamer uit en Mira was ongeveer twee uur klaar met haar werkzaamheden.